De dienstbare secretaris

Een (door mij) veelgehoord kenmerk van een secretaris is dat deze zich dienstbaar op moet stellen. Ik denk dan om de een of andere reden altijd direct aan een butler. En dan in het bijzonder aan de butler Jeeves uit de hilarische verhalen van P.G. Wodehouse. Wat houdt dat in, ‘diensbaar zijn’? Aan wie ben je precies dienstbaar? Hoever ga je daarin? In deze blog wat vrolijke inspiratie om je eens luchtig te bezinnen op hoe dienstbaar jij je opstelt (en in hoeverre je het daarin met jezelf eens bent).

Op mijn 19e reisde ik naar China, cover thank you jeevesmet tussendoor een korte stop in Hong Kong. Ik zou er kort blijven, maar ontdekte ergens in een boekhandel de boeken van P.G. Wodehouse over de welgestelde, vrolijke en wat naïeve vrijgezel Bertie Wooster en zijn geniale ‘gentleman’s personal gentleman’ Jeeves. De verhalen spelen zich af in de periode 1920-1940. Voor ik het wist bracht ik, gegrepen door de hilarische verhalen, vele dagen lezend door op de kade bij het operagebouw en in de stadsparken van Hong Kong – bijzondere oases van opmerkelijke stilte te midden van de hectiek van de stad. Terwijl ik het ene na het andere boek verslond en tussendoor met allerlei interessante mensen in gesprek raakte, stelde ik mij voor hoe het zou zijn om een ‘Jeeves’ te zijn… Zouden hier mijn ‘roots’ liggen voor mijn ontwikkeling en verdieping in het secretarisvak?

Dienstbaar zijn is. . .

… altijd klaar staan
Jeeves runt niet alleen het huishouden, maar zo’n beetje het hele leven van Bertie Wooster. Hij lijkt altijd aanwezig te zijn. De zeldzame momenten dat Bertie alleen is, bijvoorbeeld op de herenclub, krijgt hij het onmiddellijk voor elkaar om zich in een onmogelijke situatie te manoeuvreren. Jeeves wordt dan voor een voldongen feit gesteld. Met een ‘very good, sir’ beweegt hij mee in een of ander absurd plan, maar neemt alvast voorzorgsmaatregelen om de schade te beperken, die hij al van heinde en verre ziet aankomen.

… uitstekend geïnformeerd zijnjeeves knows everything
Jeeves is bijzonder slim en goed geïnformeerd: hij lijkt alles te weten en is zijn werkgever altijd een stap voor – maar laat dit vaak niet merken. Hij heeft oog voor de grote lijnen, de (betekenis van de) kleinste details en verreikende verbanden tussen oorzaken en gevolgen. Hij luistert en observeert goed en heeft toegang tot een uitstekend netwerk van ‘gentleman’s gentlemen’. Hierdoor is hij altijd op de hoogte van wat er allemaal speelt in de wereld van de welgestelden en kan hier gebruik van maken om zijn gentleman te ondersteunen, zonder bronnen en geheimen te hoeven onthullen.

… je werkgever altijd een stap voor zijn
Achter de schermen leidt Jeeves alles in goede banen – als lezer of kijker zie je wat hij op de achtergrond allemaal doet om Wooster te behoeden voor naderend onheil en om hem uit benarde situaties te redden, zoals een aanstaande verloving, een opdracht van een tante om een schilderij te stelen, of het geven van een speech. Jeeves is zijn werkgever altijd een stap voor: voor Wooster zelf concludeert dat een reis naar elders noodzakelijk is om naderend onheil af te wenden, blijken de tickets al geboekt en de koffers gepakt.

… optreden als geweten en altijd beleefd blijven
Jeeves attendeert Wooster erop wanneer hij over de kidnappingschreef dreigt te gaan en distantieert zich van plannen als het kidnappen van een kind, om een ruziënd stel weer bij elkaar te brengen. Verder treedt Jeeves op als ‘ons’ geweten met de nodige kritische kanttekeningen bij bijvoorbeeld een orkest van ‘black faces’. Een groep onnozele welgestelden smeren in deze aflevering hun gezicht in met schoensmeer om zo als ‘minstrels’ op te treden.

… de rots in de branding zijn
Ongeacht de omstandigheden: Jeeves blijft altijd kalm en pragmatisch. Wanneer Wooster achterna wordt gezeten door een woeste kennis, Sir Roderick Spode, staat Jeeves de situatie rustig te bekijken. In het voorbijgaan stopt hij Wooster een briefje toe met een effectieve tip om zijn achtervolger tot stilstand te brengen.

… voor lief nemen dat wat je allemaal doet niet altijd zichtbaar is
In een van de verhalen moet Wooster zich voordoen als een communist. Hij kan hij zich niet door Jeeves laten bedienen en moet alles zelf doen. Op dat moment wordt zichtbaar hoe afhankelijk hij is van Jeeves – hij heeft bijvoorbeeld geen idee hoe hij thee moet zetten. De afhankelijkheid wordt nog duidelijker in een aflevering waarin Jeeves en Wooster besluiten dat ze ieder hun eigen weg moeten gaan omdat Bertie zijn nieuwe hobby niet op wil geven – het bespelen van een schuiftrompet. De nieuwe butler is het tegenovergestelde van Jeeves en brengt Wooster in allerlei problemen. Eindigend in een afgebrand huis.

…loyaal zijn en doen wat je werkgever vraagt. Tot op zekere hoogte.
straw hatJeeves schroomt er niet voor om min of meer subtiel zijn mening te geven, maar legt zich er bij neer als Wooster een andere keuze maakt. Zo schrijft hij een kinderboek over vogels om Wooster uit een penibele situatie te halen (een lang verhaal – het beste is om de serie te bekijken als je wilt weten hoe dit zit). Maar er is een grens – deze ligt bij Jeeves bij zaken die in zijn ogen negatief op hem als professionele gentleman’s gentleman af kunnen stralen. Naast de eerdergenoemde kidnapping maakt Jeeves zich vooral druk wanneer Wooster een strohoed wil dragen in de stad of een snor laat groeien.

Om op te broeden

  • In hoeverre wil jij een ‘Jeeves’ zijn?
  • Wat betekent dienstbaar zijn voor jou? Waar ligt voor jou de grens in dienstbaarheid?
  • Wat zou je anders kunnen/willen doen?

BBC-Serie
De boeken van P.G. Wodehouse over Wooster en Jeeves zijn geweldig om te lezen, maar de vertaling naar de serie van de BBC is ook een aanrader. Hugh Laurie (als Bertie Wooster) en Stephen Fry (als Jeeves) spelen daarin de hoofdrollen – een betere casting kan ik mij niet voorstellen. Zelden heb ik de verfilming van een boek gezien dat het boek evenaart of zelfs overtreft, maar dat is hier wat mij betreft absoluut gelukt. Daarnaast is er veel oog voor detail waardoor je een mooi beeld krijgt van het leven van welgestelden in de periode 1920-1940.

De serie is te bekijken op YouTube door hier te klikken of de volgende link te gebruiken: https://www.youtube.com/playlist?list=PLI79LrGavcf3gZHX5Ggi1qjrKC-ndRMz7

 

Pas toe én leg uit: 5 tips voor een effectieve secretarisrol in governance (a.d.h.v. de Zorgbrede Governancecode)

Er is op het moment veel te doen rondom governance. Een interessante trend is de verschuiving naar meer reflectie en het werken volgens ‘de geest’ of ‘de bedoeling’ van een regel, artikel  of code, in plaats van deze op de letter uit te voeren. In de zorg is deze ontwikkeling bijvoorbeeld zichtbaar in het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg en in de nieuwe Zorgbrede Governance Code 2017 (ZBGC). De ontwerper van de ZBGC, de Brancheorganisaties Zorg (BoZ), wil met de nieuwe code vooral discussie en reflectie initiëren binnen zorgorganisaties over wat goed bestuur en toezicht binnen hun zorgorganisatie inhoudt en af van de afvinklijstjes. Zowel bestuurders als toezichthouders uitgedaagd om meer te reflecteren en zij worden sterker aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Dit roept interessante vragen op omtrent, bijvoorbeeld, wat de visie op toezicht is en over de grens tussen bestuur en toezicht. (Waar houdt het één op en begint het ander? Bestaat er risico dat toezichthouders – onbedoeld en onbewust – op de stoel van bestuurders gaan zitten?)

Wat kan jouw rol als secretaris zijn in deze dynamiek? Wat kan je als secretaris doen om bestuur en toezicht effectief te ondersteunen in governance? Hierna vijf tips voor een effectieve invulling van jouw secretarisrol in governance, aan de hand van de Zorgbrede Governancecode.

Tip 1. Stel vragen
Een belangrijke wijziging in de code ten opzichte van 2010 is de verschuiving van ‘pas toe óf leg uit’ naar ‘pas toe én leg uit’. Het idee hierachter is dat organisaties minder afvinken en beter nadenken over het waarom (de bedoeling) achter een bepaalde keuze. Een risico is dat reflectie als lastig en tijdrovend wordt ervaren en dat genoegen wordt genomen met een summiere, weinig concrete uitleg. Als er maar ‘iets’ wordt gezegd. Als secretaris kan je hier een betekenisvolle rol in vervullen door dóór te vragen bij bestuurders en toezichthouders. Door de juiste vragen te stellen en dóór te vragen kan je bestuurders en toezichthouders helpen uitleggen waarom ze doen wat ze doen. Het is een van de belangrijkste interventies die je kunt doen.

Dit vraagt van de secretaris een kritische houding en wellicht wat moed om door te vragen en van bestuurders en toezichthouders een open, reflectieve houding waarin ze hun secretaris de ruimte bieden om dit te doen.

Tip 2. Waak voor bureaucratische ‘oplossingen’
In het artikel ‘Nieuwe governance-code moet nog uitkristalliseren’[1] wordt de zorg geuit dat de code onbedoeld zou kunnen leiden tot bureaucratie omdat niet goed is uitgelegd wat ‘transparantie’ inhoudt. De zorg is dat organisaties bij gebrek aan een heldere definitie overal verslag van gaan leggen en van alles optuigen om deze verslagen openbaar beschikbaar te stellen.

Deze zorg kan terecht zijn en het is verstandig om je hiervan bewust te zijn. Tegelijk is deze wens of behoefte om uitgewerkte kaders en definities aangereikt te krijgen ook een voorbeeld van een oude manier van denken. Het proces om zélf tot een definitie te komen en de reflectie die dit teweeg kan brengen is soms namelijk juist waar het om gaat. Dat is veel belangrijker dan het tot op de letter volgen dan de definitie van een ander ‘omdat het nou eenmaal moet’. Het proces van definiëring kan helpen om iets eigen te maken. En als iets eigen is, dan is het veel logischer en gemakkelijker om in lijn ermee te denken en handelen. En om uit te leggen waarom je doet wat je doet. Door geen eenduidige definitie mee te geven worden organisaties uitgedaagd om te reflecteren: wanneer vind je zelf dat je als organisatie bijv. transparant bent? Hoe voldoe je daaraan?

Als secretaris kan je reflectie van bestuur en/of toezicht ondersteunen in de reflectie en discussie door hen bijvoorbeeld te voeden met verschillende mogelijke definities, welke ideeën er zijn over de invulling van ‘transparant zijn’ en hoe andere organisaties (sectoren) hiermee omgaan.

Aan de hand van dit soort reflecties is het ook mogelijk om eens na te denken over de wijze van verslaglegging en verantwoording. Waarom doe je wat je doet? Bereik je daarmee wat je wilt bereiken?

Tip 3. Biedt overzicht en inzicht: pas toe én leg uit
Voor bestuur en toezicht is het prettig als ze snel een overzicht hebben van de status van de ‘governance’: welke punten hebben aandacht nodig en is deze praktisch of reflectief van aard? Je kan hiervoor een overzicht maken aan de hand waarvan je bijvoorbeeld snel een selectie kunt maken van punten die als eerste aandacht behoeven en dat je jaarlijks kunt updaten. Het kan dan zowel dienen als handvat voor reflectie en om inzicht en overzicht te creëren, als voor verantwoording. Hieronder een voorbeeld van hoe zo’n werkdocument eruit kan zien.

Format voorbeeld werkdoc ZBGC

Dit voorbeeld is gebaseerd op een werkdocument m.b.t. uitvoering van de Zorgbrede Governancecode, dat De Secretarisvogel maakte voor een opdrachtgever. In dit werkdocument kan per principe en per artikel uit de code worden aangegeven of het een praktisch punt betreft, een punt van reflectie of beide, of het een punt is voor het bestuur en/of voor toezicht, in hoeverre het punt is gedekt in reglementen en/of statuten (in welke artikel), welke actie eventueel nodig is en op welke termijn. Het model nodigt uit om aan te geven wat volgens de organisatie wel/niet is geregeld – pas toe – en om dit kort en bondig per artikel toe te lichten – leg uit. Daarmee wordt direct reflectie gestimuleerd. De urgentie kan tevens worden aangegeven, zodat snel duidelijk is welke punten bijv. als eerste geagendeerd moeten worden.

Tip 4: Neem de tijd
Doordat het model ieder punt uit de code onder de loep neemt en in feite dwingt om hier iets over te zeggen, kan het bij aanvang een tijdsintensieve klus zijn en een confronterende oefening: juist wanneer je op het niveau van het detail gaat kijken, komen de knelpunten naar voren. Het kan verleidelijk zijn om dit te omzeilen en de principes meer op hoofdlijnen te bespreken. Dat lijkt sneller, maar daardoor zullen meer verborgen knelpunten niet aan het licht komen. En die zullen steeds processen blijven vertragen. Het vraagt wat lef om er écht mee aan de slag te gaan en gezamenlijk, als bestuur en toezicht, de tijd te nemen om de verdieping op te te zoeken. Wanneer de grootste verdiepingsslag gemaakt is, zal je hier nog jaren van kunnen profiteren.

Tip 5. Bespreek jouw rolinvulling in governance
Als secretaris kan je veel waarde toevoegen aan de kwaliteit van de governance in de organisatie aan en een goede uitvoering van de code. Het is aan te bevelen om in dit licht samen met bestuur en toezicht expliciet stil te staan bij de rollen van niet alleen bestuur en toezicht, maar ook van jou als secretaris in het zorgdragen van een goede uitvoering. Daarbij zeg ik overigens niet dat de rol expliciet vastgelegd zou moeten worden in de code. Het gaat er juist om als bestuur, toezicht en secretaris met elkaar na te gaan wat jouw secretarisrol in de specifieke situatie van deze organisatie kan bijdragen. Een van de voordelen van jouw rol is dat je dit zelf kunt agenderen.

Om op te broeden

  • Met welke dynamiek in governance heb jij in jouw organisatie/sector te maken?
  • Hoe draag je bij aan goede uitvoering/monitoring van governance?
  • Welke rol vul/pak jij hier in? Hoe zou je jouw rol en positionering omschrijven? Zien bestuur en toezicht deze rol net zo?
  • Wat zou je meer/minder/anders kunnen doen?

Op de hoogte blijven van activiteiten van De Secretarisvogel?

Klik hier om je in te schrijven voor de nieuwsbrief.

Overzicht kwijt? De Secretarisvogel helpt!

Bijvoorbeeld met advies, het uitwerken van handige werkdocumenten of een coachingsgesprek.  Vul hieronder het contactformulier in als je meer informatie wilt over de mogelijkheden.

Bronnen:

[1] Philip van de Poel, Skipr, 23 maart 2017.

Hoeden en petten (ook damescorsetten) in de secretarisrol

petten op jpeg

Wanneer heb je welke pet(ten) op? En zet je die zelf op, of doen anderen dat voor je? Hoe beter je weet welke petten jij in je collectie hebt en wanneer je welke opzet, hoe effectiever je kunt handelen. Aan het einde van deze blog een paar vragen en tips om je te helpen aan inzicht in jouw verzameling.

Hoeden en petten
Mensen in secretarisrollen hebben doorgaans een brede en complexe verzameling petten. Denk bijvoorbeeld aan de ondersteuner, adviseur, spin in het web, procesbegeleider, verslaglegger, sparringpartner, manager, vragensteller, schrijver, coördinator, jurist, verbinder, expert, mediator, spiegel, bewaker, leidinggevende, geweten, projectleider, smeerolie, beleidsdeskundige, politicus, strateeg, geweten, luisterend oor, filosoof, jurist, observator, et cetera.

(ook damescorsetten)
Als je niet helder hebt welke petten wel en niet in jouw collectie horen, dan is het goed denkbaar dat je ook van alles oppakt dat eigenlijk niet bij jou thuishoort. Zo loop je voor je het weet ongewenst (en onbewust) rond met het ‘afvoerpetje’, dat waarschijnlijk steeds strakker en ongemakkelijker gaat zitten. Of er wordt een omvangrijke opgave bij jou neergelegd, zoals het doorvoeren van een ingrijpende organisatieverandering of het effectief implementeren van nieuwe wet- en regelgeving. Dit soort grote, organisatiebrede opgaven komen soms bijna als vanzelfsprekend bij de secretaris terecht, die dan bijvoorbeeld de projectleiderspet opkrijgt. Maar het is de vraag of het altijd in het belang van de organisatie is en werkelijk past bij de betreffende secretarisrol om deze specifieke pet erbij te krijgen.

Jongleren en reflecteren: oefening baart kunst
Omgaan met de verschillende petten kan een intensieve (dagelijkse) uitdaging zijn, waar de één meer plezier aan beleeft dan de ander. Het kan een groot verschil maken of je bij het schrijven een meerjarenplan bijvoorbeeld alleen de pet opzet van de schrijver, of ook die van sparringpartner, adviseur, inhoudelijk expert en bewaker van de organisatievisie. En hoe stevig je deze petten opzet. Dat is niet alleen van invloed op het stuk zelf, maar ook op het proces en, daarmee, op de organisatie.

Door regelmatig te reflecteren op jouw collectie petten en hoe je deze inzet, word je steeds bewuster worden van de voor- en nadelen van iedere pet, welke goed zitten en welke nog wat aandacht nodig hebben, leer je sneller afwisselen en combineren en zal je jouw collectie kunnen uitbreiden en verfijnen. Zo ontwikkel je je als een soort jongleur tot een rolbewuste secretaris.

Vragen

  • In deze blog worden enkele petten genoemd. Welke petten herken je? Welke zou jij, kijkend naar jouw rol, daaraan toevoegen?
  • Probeer eens een werkdag bewust stil te staan bij de petten die je opzet tijdens je werk, bijvoorbeeld tijdens een overleg. Welke petten kom je tegen?
  • Welke petten zitten comfortabel, welke vind je lastiger? Waarom?
  • Zet je petten bewust op, of ‘overkomen’ ze je?
  • Kan je je een situatie herinneren waarin je met tegenstrijdige petten opzat? Hoe ben je daarmee omgegaan?

De Rolbewuste Secretaris: effectief handelen in strategisch complexe rollen

Klik hier om je aan te melden voor een van de laatste plaatsen in de leergang.

brain and heart art balanceOp 6 oktober start de leergang De Rolbewuste Secretaris. In deze leergang voor mensen in secretarisrollen verdiep je je in inhoudelijke en persoonlijke vraagstukken in het vak. Centraal staat het effectief handelen vanuit de thema’s visie en focus, positionering en zichtbaarheid, macht en politiek handelen en veranderdynamiek. De leergang wordt gegeven door Fons Groen (Movinex) en Laura Bos (De Secretarisvogel).

Voor meer informatie: 06 5519 8795 (Laura Bos)

Vijf tips om je zichtbaarheid in jouw secretarisrol te vergroten

vogel 6 Mensen in secretarisrollen werken veelal achter de schermen. We fungeren als een soort onzichtbare smeerolie en kunnen vanuit deze verbindende rol een cruciale bijdrage leveren aan een soepel functioneren van de organisatie. In deze ‘onzichtbaarheid’ zit een kracht: we helpen het bestuur om vanuit hun zichtbare rol goed leiding te kunnen geven. De keerzijde is dat het voor mensen in de organisatie niet altijd duidelijk is wat we nou eigenlijk doen. Dat is jammer, want wij hebben diezelfde mensen juist nodig voor informatie, verbinding, ideeën etc. Hoe beter wij in verbinding staan met collega’s op alle niveaus binnen de organisatie, hoe meer wij kunnen betekenen voor de organisatie.

Een zekere zichtbaarheid kan dus waarde toevoegen aan de kwaliteit van ons werk. Wil je jouw zichtbaarheid in jouw rol vergroten? Hieronder enkele tips waar je direct mee aan de slag kunt.

Schenk aandacht
Weet wat speelt in de organisatie, ook op individueel niveau. Schenk aandacht aan wat er bij mensen op persoonlijk vlak speelt; het zijn tenslotte individuen die de organisatie vormen. Jouw aandacht doet ertoe, zowel vanuit jouw rol, dichtbij de leiding, als vanuit jou als persoon. Het is belangrijk dat mensen zich gehoord voelen. Door te weten wat er speelt in de organisatie en wat mensen belangrijk vinden kan je tevens ontdekken waar op organisatieniveau meer aandacht voor nodig is. Vanuit jouw rol kan je hierop inzetten bij het bestuur. Jouw aandacht en interesse moeten natuurlijk wel oprecht zijn.

Ga aan de wandel
Om te weten wat er speelt helpt het om regelmatig een wandelingetje door de organisatie te maken en hier en daar een praatje te maken met collega’s. Vraag hoe het gaat, wat iemand bezighoudt. Ook al moet dat ene stuk nog af, ga toch even op pad. Een korte wandeling en een gesprekje met een collega kan veel opleveren voor verbinding, voor je zichtbaarheid én voor dat stuk, want na een korte pauze ben je scherper en efficiënter.

Vraag feedback
Vraag mensen op verschillende posities in de organisatie hoe ze jouw rol zien. Welk beeld hebben ze hiervan? Of leg eens een vraagstuk voor bij iemand in een hele andere functie in de organisatie. Dit kan zowel verfrissende inzichten opleveren, zowel bij jezelf, als bij de ander. Zo’n gesprek biedt direct de kans om te vertellen wat je doet en om uit te zoeken wat je volgens jouw gesprekspartner vanuit jouw rol voor de organisatie kan betekenen.

Schrijf een blog
Mensen krijgen een beter beeld van wat je doet als je deelt waar je zoal mee bezig bent en welke resultaten je hebt bereikt. De gemiddelde secretaris is in mijn beeld vrij bescheiden en vindt het niet zo nodig om zichzelf op die manier van veren te voorzien. Alhoewel er naar mijn idee niets mis is met jezelf af en toe een schouderklopje geven, is dat niet het idee achter de blog. Het doel is mensen te laten zien wat je doet en ze te betrekken (je kan de blog ook benutten om feedback te verzamelen) zodat ze weten waarvoor ze bij jou moeten zijn. Dat is voor alle betrokkenen waardevol.

Wees betrouwbaar
‘Last but not least’: zorg ervoor dat mensen weten dat je te vertrouwen bent. Als je iemand je iets vertelt over wat in de organisatie speelt waarvan jij denkt dat het bestuur er iets mee moet, formuleer dit dan zo dat je het zonder naam en toenaam onder de aandacht kan brengen. Wil je jouw bron toch noemen? Check dan bij de betreffende persoon of dat mag. Betrouwbaarheid is cruciaal.

Met welke tip ga jij aan de slag?
Leuk als je dit wilt delen in de reacties!

Wil je wel aan de slag, maar vind je het lastig? 
Neem gerust contact op om vrijblijvend te sparren; ik denk graag met je mee!

Smaken deze tips naar meer uitdaging en verdieping? Dan vind je de volgende activiteiten vast interessant:
De verdiepende leergang over effectief handelen in strategisch complexe rollen (e.g. beleidsmedewerkers, directiesecretarissen, bestuursadviseurs e.d.) Klik hier voor meer informatie.

De Dag voor de Secretaris 2016: een dag vol uitdagende workshops om je te ontwikkelen in jouw rol. Klik hier voor meer informatie.