De moedige secretaris – ‘Volgen voor Gevorderden’

Als secretaris ben je de ultieme volger‘ dacht ik, terwijl ik ‘Volgen voor Gevorderden’ las van Caroline Perrée, ‘en dat vraagt lef‘.

Caroline Perrée - Volgen voor GevorderdenDit boek zette mij aan het denken over de interactie tussen leiden en volgen, de verhoudingen en processen in de organisatie en de eigen rol in een spilfunctie. Als secretaris ben je continu bezig met de dynamiek tussen leiden en volgen: door wie en wat word jij geleid en aan wie of wat geef jij leiding? Wie volg jij en wie volgt jou?

Wat is een leider zonder goede volgers?

Volgen en leiden bestaan niet zonder elkaar: ze vullen elkaar aan, ze versterken of verzwakken elkaar, ze zijn onlosmakelijk verbonden. Terwijl het ‘leiderschap’ is wat de klok slaat in talloze managementboeken, trainingen, artikelen etc., is voor goed volgerschap vanuit de positie van de volger nauwelijks aandacht. Het lijkt wel alsof de leider een actieve, maakbare rol is en de passieve volgers vanzelf komen als je maar een goede leider bent. Niets is minder waar: goed volgerschap is een vaardigheid. Maar wat is goed volgerschap? Waarom heb je een verantwoordelijkheid om een goede volger te zijn? Is volgerschap een vorm van leiderschap? Hoe ontwikkel je je als goede volger? Slechts een paar vragen die mijn gedachten prikkelden tijdens het lezen van Volgen voor Gevorderden.

‘Met volgen kun je sturen en van alles veroorzaken.’ (p.30)

In een (spil)functie in een organisatie, bijvoorbeeld als bestuurssecretaris, betekent het invullen van goed volgerschap in jouw rol dat je oog hebt voor ‘volgen én leiden: kaders duidelijk maken, grenzen stellen, geen blinde volger zijn’.  Je bent ondersteunend (volgend) aan het bestuur, je let op dat de organisatie invulling geeft aan de gestelde kaders (visie, doelstellingen e.d.) van de organisatie en je volgt hierin een werkwijze die bij jou past (daarin ben je leidend).

‘Goed volgen is laten zien waar je staat en wat je wilt (leiding aan jezelf!). . .
Daarmee stuur je indirect de leider.’ (p.21)

Goed volgerschap vraagt lef of ‘moedig volgerschap’. Dit wordt volgens Ira Chaleff gekenmerkt door vijf aspecten (p.45):

  1. ‘Je hebt lef nodig om initiatief te nemen en proactief te zijn
  2. je moet zo dapper zijn om regelmatig je eigen ego opzij te zetten en het gezag van de leider te accepteren
  3. je dient kritische vragen te stellen en de leider te prikkelen om standpunten echt goed te onderzoeken en desnoods te heroverwegen
  4. als moedig volger durf je ook kritisch naar jezelf te kijken en je af te vragen hoe jij jezelf moet blijven ontwikkelen om mee te bewegen en te veranderen
  5. als de nood echt aan de man is, moet je je durven verzetten om zo de organisatie te behouden voor een misstap van de leider.’

De vijf aspecten van de moedige volger kunnen tevens fungeren als de vijf aspecten van de moedige secretaris. Punten waar je als secretaris steeds aandacht voor moet hebben om je rol vorm te kunnen geven. Daarnaast is het belangrijk om je ook regelmatig af te vragen of je doet wat bij jou past, waar de organisatie behoefte aan heeft en of deze behoeftes ‘matchen’: leid en/of volg je vanuit je hoofd ‘omdat dat moet’ of vanuit je hart?

Om op te broeden

  • Ben je een leidende volger of een volgende leider? Waarom?
  • Hoe moedig ben jij als secretaris? Of, in de woorden van Caroline: hoe scoor jij op de vijf aspecten van moedig volgerschap?
  • Leid en/of volg je vanuit je hoofd ‘omdat dat moet’ of vanuit je hart, omdat je aanvoelt wat goed is?